Bij diabetes type 1 kun je een glucosesensor gebruiken. Deze meet je glucosewaarde in het vocht net onder de huid. Er bestaan verschillende soorten sensoren: de continue glucosesensor en de flash glucosesensor.
In het kort:
Een glucosesensor meet je glucosewaarde in het vocht net onder de huid.
De sensorwaarde zie je op een ontvanger. Bijvoorbeeld je smartphone of insulinepomp.
Er zijn 2 soorten sensoren: flash glucosemeter en continue glucosemeter. Ze heten vaak ook flash glucosesensor en continue glucosesensor.
Met een sensor weet je meer over je glucosewaarden dan met een bloedglucosemeter.
De flash glucosesensor wordt voor iedereen met diabetes type 1 vergoed door de verzekering. Voor de continue glucosesensor bestaan aparte regels. Dit verschil wordt steeds kleiner.
Wat is een glucosesensor?
Een glucosesensor is een klein apparaatje dat je glucosewaarde meet. Je draagt de sensor op je huid. Het apparaatje meet de glucosewaarde net onder de huid. De sensor berekent hiermee de bloedglucosewaarde. De sensor stuurt de waarde naar een apart apparaat, je insulinepomp of mobiele telefoon. Daar zie je hoe hoog je glucosewaarde is. Gebruik je een sensor? Dan doe je minder vaak een vingerprik. Of soms zelfs helemaal niet meer. Er zijn 2 soorten glucosesensoren, maar het verschil wordt wel steeds kleiner:
De meest gebruikte glucosesensor is Flash Glucose Monitoring, of flash glucosemeter. Dit noemen we ook wel een flash glucosesensor. Sommige mensen korten dit af naar FGM. Een flash glucosesensor bestaat uit:
Een sensor. Deze zit op je lichaam, vaak op je arm. De sensor meet je glucosewaarde in het vocht net onder de huid. Hieruit berekent de sensor de bloedglucose.
Een ontvanger. Dit is een apparaat dat je glucosewaarde leest. Meestal haal je hiervoor deze ontvanger langs de sensor. Dit kan je smartphone zijn of een aparte reader. De ontvanger langs de sensor halen, noemen we flashen of scannen. Goed om te weten: het flashen hoeft niet meer altijd.
Real time Continue Glucose Monitoring (rtCGM)
Er bestaan 2 soorten sensoren. Real time Continue Glucose Monitoring noemen we ook wel een continue glucosesensor, rtCGM of CGM. Dit systeem bestaat uit 3 onderdelen:
De sensor. Deze zit op je lichaam, vaak op je buik of arm. De sensor meet je glucose in de vloeistof net onder de huid. Dit is het interstitiële vocht.
De zender. Deze zit aan de sensor. De zender stuurt de metingen draadloos door naar een ontvanger.
De ontvanger. Dit is een apparaat waarop je je glucosewaarde ziet. Dit kan je smartphone zijn, of een aparte reader. Sommige sensoren zijn verbonden met een insulinepomp. Dan kan de sensor met een pomp een Hybrid Closed Loop vormen.
Wat zijn voordelen van een glucosesensor?
Heb je diabetes type 1? Dan is het belangrijk om je glucosewaarde te meten. Dit kan meerdere keren per dag met een bloedglucosemeter en een vingerprik. Maar met een sensor kan je makkelijker en vaker meten. Je weet hierdoor meer. Je weet bijvoorbeeld niet alleen hoe hoog je glucose is. Maar ook of je waarde stijgt of daalt op een moment. Een glucosesensor meet je waarde vaak iedere 5-10 minuten. Je kan je waarden terugzien in een grafiek. Een sensor meet vaak ook je Time in Range. En een sensor waarschuwt je bij hoge en lage bloedglucosewaarden.
Welke systemen zijn er?
Verschillende bedrijven maken glucosesensoren. Mag of wil je een glucosesensor? Dan heb je in Nederland meerdere keuzes. Elke sensor heeft voordelen en nadelen.
Welke glucosesensoren zijn er in Nederland?
In Nederland zijn sensoren beschikbaar van verschillende fabrikanten. Diabetesvereniging Nederland zette de belangrijkste informatie op een rij. Je ziet ook de voordelen en nadelen.
Er kan verschil zijn in je glucosewaarde van een sensor of vingerprik. De sensor meet anders dan een bloedglucosemeter. Een sensor meet glucose in het vocht net onder de huid. Hij meet niet direct in het bloed. De sensor loopt hierdoor vaak 5-10 minuten achter. Ook kunnen een sensor en een bloedglucosemeter afwijken. Ze laten dan zelfs een iets te hoge of te lage waarde zien. Wijken beide apparaten een andere kant op af? Dan lijkt het verschil soms groot. Vooral bij erg lage of hoge waarden kan de sensorwaarde afwijken. Twijfel je over je sensorwaarde? Meet dan altijd voor de zekerheid ook met een bloedglucosemeter en de vingerprik.
Wordt de glucosesensor vergoed bij diabetes?
Een flash glucosesensor wordt vergoed voor iedereen met diabetes type 1. Maar een rtCGM krijg je alleen vergoed als:
je jonger bent dan 18 jaar
je HbA1c-waarde langere tijd hoog blijft, boven de 64 mmol/mol
De meeste mensen zijn blij met een sensor. Maar het kan ook stress geven om altijd precies te weten wat je glucosewaarde is. Ook verdraagt niet iedereen de lijm goed. Sommige mensen krijgen huidklachten door de lijm van een sensor of insulinepomp.
Let op: sensor moet bij klein chemisch afval
In een sensor zit een batterij en elektronische onderdelen. Hij mag daarom niet zomaar in je normale vuilniszak. Dit is schadelijk voor het milieu. Vervang je een sensor? Gooi de oude dus niet gelijk weg. Verzamel je sensoren en breng ze af en toe naar de milieustraat bij 'klein chemisch afval'. Of vraag aan je apotheek of je ze daar mag inleveren. Het kost misschien iets meer moeite. Maar je helpt mee aan een beter milieu.
Gesprekskaart Goed op weg met Diatech
Wil je meer weten over glucosesensoren en insulinepompen? Er is nu een online kaart met 9 onderwerpen over technologie. Je ziet er vragen en antwoorden. Deze kaart is ook handig voor een gesprek met je zorgverlener.
Diabetes.nl gebruikt verschillende soorten cookies
Functionele cookies, zodat de website goed werkt. Analytische cookies, om inzicht te krijgen in de werking en het effect van de website. Content cookies, om te zorgen dat je video’s van Vimeo kunt afspelen. De analytische en content cookies hebben we privacyvriendelijk ingesteld en gebruiken we daarom altijd. Daarnaast gebruiken we met jouw toestemming marketing cookies om te meten hoe effectief onze social mediacampagnes zijn. Als je een account bij ons hebt, gebruiken we hier nooit jouw profielgegevens voor. Meer informatie