Praat mee over insulinepompen en slimme pennen
Dit zijn de laatste gesprekken over insulinepompen en slimme pennen
Insuline spuiten is nodig bij diabetes type 1. Dit kan met een insulinepen. Hoe werkt dit? En waar moet je op letten als je insuline spuit?
In het kort:
Een insulinepen is een spuit met insuline. Het lijkt een beetje op een grote vulpen. Aan een kant zit een naaldje. Aan de andere kant heeft de insulinepen vaak een knopje. Je prikt de pen met het naaldje in je huid. Daarna druk je op het knopje. Zo spuit je met de insulinepen insuline in je lichaam. Er zijn insulinepennen voor verschillende soorten insuline.
Er zijn twee soorten insulinepennen:
Insuline spuiten kan op verschillende plekken in je lichaam. Je kan bijvoorbeeld spuiten in je buik, bovenbeen, bil of arm. Het is belangrijk om de plek waarin je spuit te wisselen. Zo voorkom je vervelende littekens of spuitplekken. Dat zijn dikke, harde bulten op de plek waar je spuit. Let op: prik niet in je spieren. Dan neemt je lichaam de insuline te snel op. Ook doet het vaak meer pijn en krijg je blauwe plekken. Overleg met je zorgverlener welke plaats voor jou het beste is.
Heb je nog niet gespoten met een insulinepen? Dan bewaar je de pen of de losse insuline het beste in de koelkast. Is de insuline opengemaakt? Bewaar je insulinepen dan op kamertemperatuur. Dit is rond de 20 graden. Je moet de insuline dan binnen 4 weken opmaken. Heb je na 4 weken nog insuline over? Gooi deze dan weg.
Het is belangrijk om je insuline voorzichtig en veilig te spuiten. Gebruik deze tips:
Dit zijn de laatste gesprekken over insulinepompen en slimme pennen
Artikel met medewerking van:
Experts dragen bij aan betrouwbare informatie op diabetes.nl. Lees meer over hoe we als redactie keuzes maken.
Laatst bijgewerkt op: 27 maart 2023