Met diabetes type 1 geef je jezelf insuline. Dit kan met een insulinepomp. Hoe gebruik je een insulinepomp? Welke soorten zijn er, en wat zijn voordelen en nadelen van een pomp?
In het kort:
Een insulinepomp is een apparaatje dat insuline geeft.
De insuline komt in je lichaam met een dun naaldje onder je huid.
Er zijn draadloze insulinepompen en pompen met een slangetje.
Een insulinepomp heeft voordelen en nadelen. Overleg met je zorgverlener hoe een insulinepomp jou kan helpen.
Wat is een insulinepomp?
Een insulinepomp is een klein apparaat met insuline. De insuline komt in je lichaam met een dun naaldje onder je huid. De pomp geeft automatisch steeds een beetje kortwerkende insuline. Dit gaat de hele dag door. We noemen dit basale insuline. Eet of drink je iets? Dan laat je de pomp meer insuline afgeven, dit heet een bolus. Je spuit dus niet zelf de insuline. Ook geen langwerkende insuline, want die is niet meer nodig. > Bekijk meer over soorten insuline.
Bekijk de video op https://api.diabetes.nl/oembed?url=https%3A%2F%2Fvimeo.com%2F831766456%3Fshare%3Dcopy&signature=131b510159f911d15c6676b7de1da67cf83018ae82c13e20e2569bece709e63a
Insuline beter aanpassen met een pomp
Je lichaam heeft niet op ieder moment evenveel insuline nodig. Dit is soms moeilijk te voorspellen. Je regelt de bloedsuiker met een insulinepomp nauwkeuriger dan met spuiten. Gaat je bloedglucose te snel omlaag? Dan laat je de pomp tijdelijk minder insuline geven. Je hoeft geen koolhydraten bij te eten om je bloedsuiker te laten stijgen. De pomp kan ook tijdelijk op pauze. Bijvoorbeeld als je flink sport. Sommige mensen hebben dan even geen insuline nodig, of maar heel weinig. Daarna gaat de pomp gewoon weer door.
Extra insuline bij maaltijd, de bolus
Eet of drink je iets met koolhydraten? Je hebt dan wat meer insuline nodig naast de basale insuline. Maar de insulinepomp weet niet vanzelf hoeveel extra insuline nodig is. De pomp meet namelijk geen bloedglucose. Jij vertelt de pomp eerst hoeveel koolhydraten je ongeveer gaat eten. Of al hebt gegeten. Je voert dit getal in en de pomp rekent de extra insuline uit. Deze extra dosis insuline voor een maaltijd of tussendoortje heet een bolus.
Soorten insulinepompen
Er zijn twee soorten insulinepompen:
• Een pomp met slangetje. Dit noemen we ook wel een pomp met infuus. • Een draadloze pomp. Dit noemen we ook wel een patchpomp of pod.
Niet-draadloze insulinepomp (pomp met een slangetje)
De insuline komt door een slangetje in je lichaam. Dit noemen we ook wel een pomp met infuus. De niet-draadloze pomp heeft 2 onderdelen:
De canule. Dit is een pleister met een dun klein plastic naaldje erin. De canule zit aan het slangetje van de pomp. De canule zit meestal op je buik.
Een apparaatje waar de insuline in zit. Dit is de pomp zelf. Je doet er zelf een ampul insuline in, een soort klein flesje. De insuline komt onder je huid via het slangetje en de canule.
Hoe bedien je een niet-draadloze pomp?
De pomp heeft een klein scherm en een paar knoppen. Hiermee pas je de dosis insuline aan. Je voert met deze knoppen ook het aantal gram koolhydraten in dat je binnenkrijgt.
Draadloze insulinepomp (patchpomp of pod)
Deze pomp plak je op je huid. Het naaldje uit de pomp zit net onder je huid. Je bedient de pomp met een los apparaatje. De pomp heeft geen slangetje voor de insuline. Daarom heet hij draadloos. Het is dus 1 apparaatje met insuline en een naald. Een patchpomp bestaat uit:
de canule, een pleister met een dun klein plastic naaldje voor onder je huid
een ampul met insuline, een soort klein flesje. Dit zit direct vast aan de naald.
Hoe bedien je een patchpomp?
Je bedient de patchpomp met een los apparaatje, een afstandsbediening. Je past hiermee de dosis insuline aan. Je voert zo ook het aantal gram koolhydraten in dat je binnenkrijgt. Een draadloze pomp kan alleen insuline geven, hij meet geen glucose.
Een insulinepomp is niet voor iedereen fijn. Het apparaat kan ook nadelen hebben:
De pomp is vaak zichtbaar voor anderen. Sommige mensen met diabetes type 1 vinden dit vervelend.
Je moet de pomp altijd bij je dragen, ook in de nacht.
Bij sommige sporten kun je de pomp niet gebruiken (zoals diepzeeduiken).
De pomp kan stukgaan. Je moet dus opletten dat de pomp goed werkt.
Wie krijgt een insulinepomp vergoed?
Gebruik je langwerkende en kortwerkende insuline? Je mag dan een insulinepomp gebruiken. Je krijgt hem dus vergoed uit je zorgverzekering. Maar een insulinepomp past niet bij iedereen. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met jouw leven en wat jij prettig vindt.
Hoe start je met een insulinepomp?
Wil je meer weten over een insulinepomp? En of een pomp voor jou geschikt is? Praat erover met je zorgverlener. Bespreek de voordelen en nadelen. Wat vind jij belangrijk? Er is veel mogelijk. Kies je bijvoorbeeld voor een draadloze of niet-draadloze pomp? Wil je misschien de pomp verbinden met een glucosesensor voor een hybrid closed loop? Je arts vraagt de pomp aan bij de leverancier. Je krijgt daarna een goede uitleg over de pomp. En je stelt de pomp samen met je zorgverlener in. > Bekijk ook Wie helpt mij om diabetestechnologie te leren gebruiken, en bij problemen?
Gesprekskaart Goed op weg met Diatech
Wil je meer weten over glucosesensoren en insulinepompen? Er is nu een online kaart met 9 onderwerpen over technologie. Je ziet er vragen en antwoorden. Deze kaart is ook handig voor een gesprek met je zorgverlener.
Diabetes.nl gebruikt verschillende soorten cookies
Functionele cookies, zodat de website goed werkt. Analytische cookies, om inzicht te krijgen in de werking en het effect van de website. Content cookies, om te zorgen dat je video’s van Vimeo kunt afspelen. De analytische en content cookies hebben we privacyvriendelijk ingesteld en gebruiken we daarom altijd. Daarnaast gebruiken we met jouw toestemming marketing cookies om te meten hoe effectief onze social mediacampagnes zijn. Als je een account bij ons hebt, gebruiken we hier nooit jouw profielgegevens voor. Meer informatie