Soorten insuline bij diabetes type 1

Insuline bij diabetes type 1 

Bij diabetes type 1 maakt je lichaam geen insuline. Je spuit daarom zelf insuline of gebruikt een insulinepomp. Er bestaan verschillende soorten insuline. Alle soorten verlagen de bloedsuiker. Maar iedere soort doet dit met een andere snelheid. 

Welke soorten insuline zijn er? 

Er bestaan veel soorten en merken insuline. We verdelen ze in verschillende groepen: 

• Super kortwerkende insuline. Dit noemen we ook kortwerkende insulineanaloga. Je geeft deze direct voordat je eet of drinkt. Deze insuline werkt 4 tot 5 uur in het lichaam. Bij deze groep horen de soorten aspart, glulisine en lispro. 
• Kortwerkende insuline. Dit noemen we ook regular insuline. Je gebruikt het 15 tot 30 minuten voordat je eet of drinkt. Deze insuline werkt 6 tot 8 uur in het lichaam. Bij deze groep horen de soorten actrapid, humuline en insuman rapid. 
• Middellang werkende insuline. Dit noemen we ook matig langzaam opgenomen insuline. Het wordt vaak 's avonds laat gebruikt. Zo blijft de bloedglucose in evenwicht terwijl je slaapt. De insuline werkt langzaam. Na 4 tot 8 uur merk je het grootste effect. Daarna werkt de insuline nog een paar uur. Bij deze groep hoort bijvoorbeeld insulatard. 
• Langwerkende insuline. Dit noemen we ook zeer langzaam opgenomen insuline. Deze insuline gebruik je vaak 1x op een dag. De insuline werkt ook ongeveer 1 dag. Bij deze groep horen de soorten glargine en detemir. 
• Mix-insulines. Dit is een combinatie van verschillende soorten insuline. Je gebruikt ze meestal 2x op een dag. In de ochtend voor het ontbijt en 's avonds voor je avondeten. Het effect wisselt per combinatie van insulines. 

Welke insuline heb ik nodig? 

Je bepaalt vaak met je zorgverlener welke soort insuline je gebruikt, en hoe. Welke insuline het beste werkt voor jou? Dat verschilt per lichaam. Ook wat je doet op een dag en je eetpatroon zijn belangrijk. Denk je dat je andere insuline nodig hebt? Overleg dan met je zorgverlener. Die helpt je verder.  

Basaal-bolus schema met insuline 

Iedereen met diabetes type 1 heeft de hele dag door wat insuline nodig. Als je spuit, doe je dit met langwerkende insuline. Daarnaast spuit je kortwerkende insuline, bijvoorbeeld als je iets eet of drinkt waarvan je bloedsuiker stijgt. Heb je een insulinepomp? Dan stel je een programmaatje in met basale insuline. Je pomp geeft dan steeds een klein beetje insuline. Eet of drink je iets? Dan voer je in de pomp in dat je meer insuline nodig hebt op dat moment. De combinatie van insuline die je de hele dag nodig hebt en je kortwerkende insuline, noemen we een basaal-bolus schema. 

Biosimilar insuline

Maakt een bedrijf een soort insuline? Dan mogen andere bedrijven dit niet gelijk namaken. Dat noemen we patent. Na een aantal jaar geldt dit patent niet meer. Dan mag een bedrijf de insuline namaken. Is een insuline nagemaakt? Dat heet biosimilar insuline. Deze insuline werkt ongeveer hetzelfde als het origineel. En het is veilig om te gebruiken. Biosimilar insuline is vaak goedkoper. Dat komt omdat het sneller gemaakt kan worden. De soort insuline hoeft niet meer helemaal bedacht te worden.